Boeren zijn de regisseurs van het biodiverse landschap. Wanneer ze die taak op zich nemen, ontstaat een nieuw duurzaam businessmodel. Dan werken ze samen met andere partijen aan biodiversiteit. De P+ Special ‘De boer is een regisseur’ biedt oplossingen voor het conflict tussen de boeren en de overheid. Bio-diversity is heel goed mogelijk.
Volgens researcher Dorith Vermunt van de Universiteit Utrecht is het voor boeren mogelijk de barrières van het oude systeem te doorbreken. Zo stappen ze uit de spiraal van steeds lagere prijzen voor hun producten. In haar onderzoek voor NWO en Het Groene Brein constateert Vermunt dat daarna iedereen winnaar is. De boeren, de klanten én de veldleeuwerik.
De biologe Vermunt verdiept zich voor haar onderzoek in de veeteelt en de biodiversiteit. Het sociaal-ecologisch systeem interesseert haar het meeste, omdat hier de duurzame oplossing voor de boeren te vinden is.
Vermunt benadrukt in P+: “Boeren zijn de cruciale actor in het systeem als het gaat om het behoud van biodiversiteit in het landschap. Het gaat niet over schuld, maar over de verantwoordelijkheden van alle spelers. Bij de verandering van het systeem zijn meerdere partijen betrokken: ngo’s, agrarische natuurverenigingen en ketenpartijen in de landbouw.”
De eenzame uitvinder verandert de wereld niet
De boer staat er niet alleen voor, wil Vermunt maar zeggen. “Ook al is de boer de uitvoerder, er zijn ook overheden die een rol spelen, buren van de boer, agrarische vakgenoten, ketenpartijen, natuurverenigingen, ngo’s, consumenten/burgers en wetenschappers. Een systeem is dus niet alleen een keten, maar kent veel meer spelers. Het overstijgt zelfs sectoren. Een boer heeft met waterbeheer te maken, maar soms ook met bosbouw. De boer is de regisseur in dit geheel en verdient erkenning voor die rol.”
Wanneer er vele partijen zijn, is er dus coördinatie nodig. Een boer kan in zijn eentje weinig beginnen, stelt Vermunt. “Dat kan in een sociaal-technisch systeem niet. Daar zie je soms de figuur van de eenzame uitvinder, die de wereld verandert. Vergeet het maar. Die uitvinder maakt in zijn eentje geen schijn van kans om een technologische innovatie tot een succes te maken. Daar zijn veel meer partijen voor nodig, zoals kennisinstituten, overheden, consumenten, andere ondernemers en financiële instellingen.”
Het is de boeren vergeven. “In transitiestudies wordt vooral naar de sociaal-technische systemen gekeken, naar mobiliteit, naar energie. Niet wat de menselijke impact op biodiversiteit is”, constateert Vermunt, met de melkveehouders in het achterhoofd.
Gedwongen ‘Price taker’
Weidelanden beslaan 60 procent van alle agrarische grond in Nederland. “In deze verandering is de techniek juist ondergeschikt. Deze transformatie gaat het over het creëren van voeder- en nestgebieden voor vogels op het land, over het verminderen van het gebruik van chemicaliën, over het voorkomen van het vervuild water, over het activeren van biologisch actieve bodems en het verbinden van ecologische netwerken op het land. Deze agrarische systemen vergen een andere aanpak.”
Op dit moment staat biodiversiteit nog niet centraal. Vermunt: “Alles is nu gericht op intensief landbouwgebruik, met de focus op maximale productie van bulkproducten voor de wereldmarkt. Om iets te kunnen verdienen richt de hele strategie van de boer zich op kostenreductie. Hij is een price-taker en moet maar accepteren wat hij voor zijn producten krijgt. Voor het regisseren van de biodiversiteit krijgt de boer nauwelijks iets betaald, hooguit een subsidie. De investeringen in de hulpbronnen, het land, worden daardoor geminimaliseerd. Pas wanneer we beseffen hoe waardevol agrarische landschappen zijn voor ons eigen welzijn, mag het wat kosten. Maar het komt nu bij weinig mensen op om iets te willen betalen voor de natuur, die de boer ons kan leveren. Dat geldt trouwens ook voor alle andere actoren waar de boer van afhankelijk is: banken, supermarkten, en voedselproducenten.”
In de P+ Special ‘De boer is een regisseur’ vertelt Vermunt ook over veetelers onder de rook van Amsterdam, die een nieuw businessmodel ontwikkelden, waarmee ze hun bedrijf uit deze lock in-situatie proberen te halen.