Als er geen einde komt aan de ontbossing is de opwarming van de aarde niet te stoppen. Het was een van de belangrijkste issues bij de wereldwijde Klimaatconferentie van de VN, in 2021 in Glasgow. Het roer moet om, beseffen overheden, bedrijven en investeerders. Ook ontwikkelingsbank FMO beraadt zich op een nieuwe aanpak en levert Best Practices op dit gebied.
Bomen als stofzuiger van CO2
De P+ Special ‘Stop de boomkap’ gaat in op de nieuwe bossenstrategie van FMO waarin het vermijden van verdere houtkap centraal staat. In deze uitgave kijkt Gerhard Engel, investment officer bij FMO en bossenspecialist, terug op de ervaringen met het financieren van bosbehoud die de afgelopen tien jaar zijn opgedaan.
Dat FMO hier indertijd aan begon had dan minder te maken met geld verdienen dan met de doelstelling die de bank zichzelf heeft opgelegd: het realiseren van een CO2-neutrale portfolio. “Bij alle projecten die wij financieren werken we aan het verminderen van emissies”, zegt Engel. “Maar daar zit een ondergrens aan. Vrijwel iedere activiteit zorgt nu eenmaal voor CO2-uitstoot. Zelfs de aanleg van een windpark. Dus wat je niet meer kunt terugdringen moet je compenseren. Bosbouw is daar uitermate voor geschikt, omdat groeiende bomen als een soort stofzuiger CO2 opnemen. Dat maakt ze nodig om de wereldwijde opwarming tegen te gaan. En voor ons als FMO om klimaatneutraal te opereren.”
Omdat FMO weinig ervaring had op dit terrein, ging het een samenwerking aan met het Finfund uit Finland, een land met een enorme bosbouwtraditie. Gezamenlijk werd een projectenportefeuille opgebouwd van vooral plantagebosbouw en boslandbouw (agroforestry). Omdat dat nog het meest lijkt op datgene waar de bank goed in is: projecten financieren die werkgelegenheid opleveren, én ook financieel rendement. Dat laatste viel overigens nog niet mee.
“Je kunt niet zomaar een plantage beginnen”
Engel: “Het was echt pionieren. Bij bosbouw begint alles met land, dus ook alle issues die daar spelen, inclusief landrechten. Je kunt niet zomaar ergens een plantage beginnen. Er wonen daar mensen. Zij moeten vanaf het begin bij zo’n project betrokken worden. En verantwoordelijk zijn. Maar dat mag niet ten koste gaan van de natuur. En dan zijn er de risico’s: bomen verdwijnen door illegale kap, door natuurrampen. En het financiële plaatje: de eerste tien jaar zie je geen cent terug. Je komt zoveel problemen tegen dat je je afvraagt: moeten we dit wel doen?”
Er werd toch doorgezet, en inmiddels is het tijd voor een evaluatie. En het ontwerpen van een nieuwe bossenstrategie. Op basis van de geleerde lessen, maar ook met het oog op de veranderende tijdgeest. Want de belangstelling voor investeringen in bossen groeit.
“De markt komt in stroomversnelling”
Engel: “Andere ontwikkelingsbanken benaderen ons, willen leren van onze ervaringen. En we horen van onze klanten dat ze vaker benaderd worden door financiers. Er is veel beweging, de markt komt in een stroomversnelling.”
In de P+ Special wordt ook ingegaan op een Brits bossenfonds MFF, waar het Nederlandse fonds &Green bij betrokken is. Oud-FMO CEO Nanno Kleiterp helpt op deze wijze om de bedrijven die de grootste ontbossing veroorzaken te verduurzamen. FMO wil verder de razendsnelle ontbossing in het Zuidoost-Aziatische Laos stoppen met een ambitieus herbebossingsbouwprogramma van 60 duizend hectare op gedegradeerd land. Houtproducten als multiplex moeten voor een financiële basis onder dit programma zorgen.